Bezoek Herman Schurink

Op 11 november kreeg ik een telefoontje van Herman Slurink uit Zwartsluis. Met de vraag of hij de volgende dag bij het fraaie ochtendlicht foto’s van het Kleine Bartholomeuskerkje mocht komen maken. We spraken af dat ik daar om 11 uur zal zijn. Graag wil ik u deelgenoot maken van zijn beeldende beschrijving van zijn bezoek en van zijn foto’s. Ton Hoefnagel, secretaris/ penningmester van de Stichting Kleine Bartholomeuskerkje

Ik ben na mijn bezoek aan Persingen en de Ooijpolder ruim op tijd in Beek. Na de koude nacht ademt alles als herboren en het herfstloof kleurt in duizend tinten. Het oude kleine Bartholomeuskerkje staat al sinds 1286 in een heuvelkom midden in het dorp. Oude en nieuwere graven, waarvan enkelen zwaar bemost en groen uitgeslagen, zoeken beschutting rond haar muren en daar omheen sluit een haagbeuk het geheel in haar armen. Wie van hieruit omhoog kijkt wordt overweldigd door het zicht op de grote voormalige RK Sint Bartholomeuskerk die rond 1825 werd gebouwd.

Deze neoclassicistische hallenkerk troont als een Vaticaan uit boven haar volgelingen, als een reus boven de nederige en eenvoudige ‘kleine’.  Ik ‘beklim’ de berg en de trappen en kijk nu zelf neer op de ‘kleine’ in het dal, uitgegroeid tot een prachtige bloem  na een eeuwenlange ontwikkeling door storm en ontij.

Ergens in de verte klinkt orgelspel en ik voel aan de deur. Helaas, maar ik geef niet gauw op en even verder blijkt de deur van de bidkapel open.

Weer besef ik het wonderlijke van onzichtbare draden en wegen tussen oorzaak en gevolg, hoe een orgelklank als uit het niets je aanzet tot handelen en ik me nu in een schaars verlichte kapel laat meevoeren op de orgelklanken van Bach. Het is te mooi om waar te zijn en ik voel me een figurant in een mysterieus spel. Je wandelt de ene wereld in en de ander weer uit, op weg….als een pelgrim, je verbazend over zoveel eenvoudige schoonheid. Dit kun je simpelweg niet voor jezelf houden en moet gedeeld worden, anders knap ik.

En ineens dringt tot mij door dat ook hier het ‘Woord’ in al deze grootse pracht en praal niet tot het hart heeft weten door te dringen, hetgeen de Geest al zwijgend in de kleine eenvoudige bidkapel wel lukte. Ik kijk uit het raam en zie weer de “Grote” als het Vaticaan neerkijken op de “Kleine” en laat ieder er het zijne van denken.         

Een breed getint venster scheidt de kapel van de kerk en dempt het licht dat via de hoge vensters de kerk binnenvalt en zo ontstaat een betoverende en mysterieuze schildering van het kerkinterieur. Als uit het niets verschijnt door het verschuiven van het licht het gelaat van Christus in het schemerige venster, het blijkt de weerspiegeling van het beeld dat schuin achter mij staat. Hier wordt een spel met mij gespeeld en de regisseur verkneutert zich vanuit het ongeziene.

Wat mij hier overkomt is volkomen surrealistisch:  de organist speelt zijn fuga uit het ‘preludium en fuga in Es’  uit volle overtuiging voor een lege kerk, zich niet bewust van en niet zichtbaar voor die ene luisteraar, of……. Is het misschien Bach zélf wel die nu de toetsen beroert  Na het slotakkoord verlaat ik stilletjes en enigszins beduusd de kapel.

 

Tijd voor een kop koffie ter ontnuchtering en een stuk appeltaart + in het hotel tegenover de kleine kerk en daar lees ik dat op 25 januari (mijn geboortedatum) 2020 de eredienst aan de Grote Bartholomeuskerk werd onttrokken nadat het gebouw werd verkocht aan een projectontwikkelaar.

Oei…als dat maar goed afloopt… e

Op klokslag 11 schud ik de hand van Ton Hoefnagel en we hebben elkaar genoeg te vertellen. “Mooier dan dit beeld kun je het haast niet treffen” en hij wijst mij op hetgeen dat ik al als eerste indruk mocht ervaren. We stappen eerst de kerk binnen, het zonlicht ging ons al voor. Ik zie de oude vormen, de prachtige romaanse bogen, de schoonheid van het geheel en stel mij de ruimte voor met gebutste kloostermoppen en de geur van stof en kaarsenvet. Nu oogt het zo strak en perfect als een ontwerp op tekening, weliswaar klaar voor de toekomst maar nog op zoek naar de geur en scheur van oud.

Maar hoe betrekkelijk is dit gezien het feit dat de kerk op oeroude fundamenten staat van mergelsteen hetgeen waarschijnlijk afkomstig is van een Romeinse tempel. Speelde dit gegeven onbewust mee in het Neoclassicistische ontwerp van de grote kerk boven? Hoe het allemaal ook zij, ooit verwaait het stof en volgt een nieuwe tijd. De kerk is nu in handen van de Stichting Kleine Bartholomeuskerk. Deze heeft zich verplicht het behoud van het kerkje tot in lengte van jaren zeker te stellen en daarmee mogen we ons gelukkig prijzen.

Herman Slurink. Zwartsluis, 12-11-2022.